Visual

Lessen leergebiedspecifiek

Bij De Keerkring besteden wij de meeste lestijd aan cognitieve vaardigheden. Leerlingen vanuit verschillende leerroutes zitten samen in een groep. Voor elke leerling bieden we een onderwijsprogramma, waarbij we vanuit een centrale instructie individuele aandacht hebben voor niveauverschillen.

Leren lezen (Schriftelijke taal)

Om leerlingen voor te bereiden op het leren lezen, werken we intensief aan de leesvoorwaarden. Hierbij gebruiken we de methode Bubbel de Bub en ander aanvullend ontwikkelingsmateriaal. Daarnaast doen we kring- en spelactiviteiten ter bevordering van het actieve taalgebruik van de leerlingen. Als leerlingen voldoen aan de leesvoorwaarden, kunnen zij starten met Kern Start van de methode Veilig Leren Lezen KIM-versie. Die bestaat uit elf kernen; als de leerlingen ermee klaar zijn, kennen ze alle letters en kapstokwoorden. Na de methode Veilig Leren Lezen KIM-versie starten we met de methode Humpie Dumpie die vooral gericht is op het leren begrijpend lezen. Als het leren lezen moeizaam verloopt, zetten we de methode Lezen moet je doen in. Bij deze leesmethode leren kinderen lezen met behulp van pictogrammen. De leerlingen werken aan de fijne motoriek om te komen tot handschriftontwikkeling. Wij volgen hiervoor de methode Schrijven leer je zo. Voor de onderdelen spellen en stellen maken we voornamelijk gebruik van de lessen Veilig leren lezen en de methode Spelling op Maat.

Rekenen

De Keerkring maakt voor rekenen gebruik van de methode Rekenboog en de methode Maatwerk. De methode Rekenboog is speciaal ontwikkeld voor het zml-onderwijs; lessen zijn gebaseerd op principes van betekenis- en zinvol rekenen. De methode bestaat uit verschillende deelgebieden zoals basisvaardigheden, klokkijken, meten, wegen en geldrekenen. Basisvaardigheden zijn vaardigheden op het gebied van onder andere tellen, getalbegrip en sommen maken. Alle leerlingen starten met de methode Rekenboog en delen van de methode Maatwerk.

Nederlandse taal

Ons taalonderwijs is erop gericht dat leerlingen hun taalvaardigheden effectief gebruiken. We leren hen zich verstaanbaar en begrijpelijk uit te drukken en te verstaan en begrijpen wat anderen meedelen. Het taalonderwijs is dus vooral gericht op praktisch en functioneel taalgebruik. Daarbij staat het bevorderen van zelfredzaamheid en zelfstandigheid centraal.

Bewegingsonderwijs

Bewegingsonderwijs zorgt ervoor dat leerlingen leren deelnemen aan bewegingsactiviteiten en dit als vrijetijdsbesteding leren waarderen. Het is daarbij belangrijk dat leerlingen hun motorische vermogen leren ontwikkelen, kunnen omgaan met de eigen motorische (on)mogelijkheden en ook het samen bewegen ontwikkelen. Dit is namelijk niet vanzelfsprekend omdat mensen allemaal op een andere manier bewegen en reageren. Een vakleerkracht gymnastiek biedt twee keer per week bewegingsonderwijs aan.